IJMUIDEN - 'Art' is een van de meest succesvolle komedies van de Franse schrijfster Yasmina Reza. Het won prijzen in Londen, New York en Parijs en wordt wereldwijd gespeeld. Paul de Leeuw en Huub Stapel brachten eerder spraakmakende versies van de hitkomedie naar de Nederlandse theaters. Nu blaast een nieuwe generatie topacteurs ‘ART’ nieuw leven in. Thijs Römer, Waldemar Torenstra en Frederik Brom hebben alle drie in de film, op televisie en in de theaters al de nodige sporen verdiend. Hun unieke combinatie maakt van ‘ART’ meteen een van de meest blikvangende theaterproducties van het seizoen dit voorjaar.

Drie vrienden denken échte vrienden te zijn. Een van hen heeft net voor veel geld een abstract schilderij gekocht, de andere twee verklaren hem voor gek. Vanaf dat moment beginnen de mannen te bekvechten. Het schilderij lijkt de steen des aanstoots te zijn, maar al snel blijkt dat er een diepere laag is: de deerniswekkende toestand van hun vriendschap.

Thijs, Waldemar en Frederik herkennen de fase waarin hun personages zitten als geen ander. Dát maakt de voorstelling nog specialer voor hen en voor hun publiek!

DI 26 MRT | 20.15 UUR | € 32,50

In Stadsschouwburg Velsen

Interview ART

Drie mannen, een schilderij en vijftien jaar vriendschap

Waldemar Torenstra, Frederik Brom en Thijs Romer spelen in de voorstelling ART drie vrienden die elkaar testen: hoe diep zit de liefde voor elkaar nu echt?

Drie vrienden staan voor een wit schilderij. Een van hen heeft het net voor heel veel geld gekocht, de andere twee verklaren hem voor gek. Vanaf dat moment beginnen de mannen te discussiëren en bekvechten. Over het schilderij, maar al snel blijkt dat er een diepere laag is, namelijk hun vriendschap. Het stuk, geschreven door de Franse schrijfster Yasmina Reza, gaat dan ook niet zozeer over kunst of wat kunst is, maar over vriendschap. Thijs: ‘Het is een goed stuk en heeft zijn kracht bewezen, want het wordt al twintig jaar over de hele wereld gespeeld. Eerlijk gezegd had ik toen ik het script las niet meteen zoiets van: hosanna, dit is het. Pas tijdens het repeteren dacht ik: het is eigenlijk ontzettend goed. Dit is echt een stuk dat je moet voelen. Het zit heel goed in elkaar, maar dat ontdek je pas als je speelt.’

Frederik: ‘Ik zag het stuk voor het eerst in de jaren negentig. Ik vond het heel goed, maar ik merk dat ik nu, nu ik de leeftijd van de personages in het stuk heb, het pas echt goed begrijp.’ Waldemar zag het stuk ook in diezelfde periode, de jaren negentig, en speelde het als student op de Toneelschool. ‘Het stuk heeft een raar soort dubbelheid. Het is geschreven door een vrouw, maar gaat over mannenvriendschappen. Dat maakt het niet eenduidig en dat is leuk.’

De acteurs herkennen de fase waarin deze mannen zitten. Die fase waarin je al het een en ander hebt meegemaakt: relaties, kinderen, huizen, maar ook onzeker kunt zijn, ook over de band die je met je vrienden hebt. Vriendschap is dan ook niet vanzelfsprekend, dat is iets dat je, net als elke andere relatie, moet onderhouden. Waldemar: ‘En dat betekent niet dat je elkaar elke dag moet zien, maar zit meer in je kwetsbaar durven opstellen. Alleen zijn mannen daar niet altijd even goed in. Die duiken liever de kroeg in of schoppen tegen een bal.’

Frederik: ‘Het is ook belangrijk of je eerlijk bent. Ik heb me wel eens afgevraagd of het zin heeft om te zeggen wat ik echt denk, om mijn mening aan die ander op te dringen.’

Thijs: ‘De valkuil van acteurs is dat we gewend zijn om gevoeligheden uit te spreken en jezelf te laten zien, maar dat is niet voor iedereen makkelijk. De mannen in het stuk zijn bang om elkaar te verliezen. En dat boezemt ze angst in, want ze denken dat ze alles kwijt zijn als ze elkaar kwijt zijn.’

Waldemar: ‘Ergens is dat mooi. Als je bang bent om elkaar te verliezen hou je ook van elkaar. Die gelaagdheid in het stuk is mooi, want het gaat over vriendschap, maar ook over liefde.’

De Vlaamse regisseur Paula Bangels zag het stuk in Nederland, ook in die jaren negentig. Ze vond het meteen mooi, was geraakt door de inhoud. Ze houdt van deze thema’s: liefde, vriendschap, relaties die niet lukken. ‘Dit gaat over ons allemaal, iedereen herkent zich erin.’ In België zou ze de voorstelling naar het theater brengen, maar een acteur werd ziek en het stuk werd uitgesteld. Uiteindelijk is het er nooit meer van gekomen. Ze is dan ook blij dat ze het nu mag regisseren. ‘Het stuk houd je een spiegel voor. Als regisseur heb ik niet de waarheid in pacht. Het is dus geen uitvoering met een belerende vinger. Als publiek kies je je eigen voorkeur, welk personage heeft jouw sympathie, zeg maar. Dat maakt het stuk open, er is niet een waarheid.’

Haar manier van werken is anders dan de acteurs waren gewend. Ze begint met improviseren, dus de vloer op en spelen en dan pas tekst leren. Ik wil de acteurs op die manier prikkelen. Meestal wordt er eerst samen een script gelezen, maar ik wil beginnen met spelen. Dat doe ik ook omdat ik vooraf niet weet hoe het stuk, met deze acteurs zal zijn. Ook ik moet dat ontdekken en het me eigen maken. Het is eigenlijk van binnen naar buiten spelen, ervaren wie de karakters zijn, wat ze zouden kunnen doen, en dan pas de dialogen toevoegen. Die vallen dan beter op hun plaats.’

Hoewel de acteurs even moesten wennen werkte deze manier heel goed. ‘Op de vloer zijn het net een roedel jonge honden. Ze gaan de strijd op een heel leuke en uitdagende manier met elkaar aan. En gaven mij daarin alle ruimte. Het was echt een feest om met deze drie mannen te werken.’

Dilemma’s

Oude meesters of moderne kunst?

Frederik: ‘Oude meesters. Mijn moeder werkt bij het Van Abbe Museum en daar ga ik vaak naartoe. Ze is kunsthistoricus, van haar heb ik veel geleerd. Moderne kunst vind ik lastig: ik heb context nodig, wat is het, waarom heeft de kunstenaar het gemaakt?’

Thijs: ‘Oude meesters. Omdat het zo ongelofelijk goed is wat ze deden.’

Waldemar: ‘Moderne kunst. Omdat het van nu is, dat vind ik leuker om naar te kijken dan iets van vroeger.’

Wakker worden als Rembrandt of als Van Gogh?

Frederik: ‘Rembrandt. Die had wel een plezieriger leven dan Van Gogh.’

Thijs: ‘Van Gogh. En dan die tien jaar dat het wel goed met hem ging. Zijn manier van kijken, de wereld weergeven, de struggle als artiest, dat lijkt me interessant.’

Waldemar: ‘Rembrandt. Omdat hij in een leukere tijd leefde, maar ook omdat hij het beter voor elkaar had dan Van Gogh. Ik heb de brieven van Van Gogh gelezen en die permanente paniek sla ik graag over.’

Wakker worden als Erwin Olaf of Banksy?

Frederik: ‘Ik ken ze beiden niet heel goed, dus dat wordt moeilijk kiezen. Al vond ik die actie van Banksy, het versnipperen van zijn werk op het moment dat het wordt verkocht, heel ludiek. Het zet de discussie wat is kunst waard op scherp.’

Waldemar: ‘Het is kiezen tussen twee kunstvormen die niet altijd als kunst worden gezien: fotografie en graffiti. Dat zwengelt ook een interessante discussie aan: wat is kunst?’

Thijs: ‘Ik vind die portretten van het koningshuis intrigerend. Ik vind dat Erwin dat heel mooi heeft gedaan. Daar kan ik heel lang naar kijken. Ik vind hem ook echt wel een kunstenaar.’

Waarheid vertellen of leugentje om bestwil?

Thijs: ‘Leugentje om bestwil. Daar ontkom je bijna niet aan, hoe close je ook bent. Er is ook niks mis mee, en ik geloof ook niet dat het een vriendschap schaadt.’

Waldemar: ‘Het is afhankelijk van de situatie, denk ik. Ik probeer zo eerlijk mogelijk te zijn, maar de grens tussen eerlijkheid en wreedheid is klein.’

Frederik: ‘Je denkt dat je eerlijk moet zijn omdat je voelt dat de ander op het verkeerde pad is en je het als een plicht ziet om daar eerlijk over te zijn. Het is soms kiezen, maar een leugentje om bestwil is niet per definitie slecht.’

Tekst: Saskia Smith