VELSEN - Vanaf 25 september 2021 hebben ondernemers in bijvoorbeeld horeca en cultuur te maken met het coronatoegangsbewijs.

Toetsing door ondernemers, instellingen en verenigingen

Het kabinet en het Veiligheidsberaad hebben afspraken gemaakt over de handhaving op coronatoegangsbewijzen (CTB). Niet alleen voor gemeenten ligt hier een taak. Bezoekers zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving van de maatregelen. Ondernemers, instellingen en verenigingen hebben de plicht om bezoekers te vragen naar een geldig coronatoegangsbewijs, dat overeenkomt met hun legitimatie. Ook hebben gemeenten een handhavingstaak of ondernemers de controle op de coronatoegangsbewijzen uitvoeren. Die handhaving vindt met name plaats in de drukker gelegen locaties. Dit vraagt de nodige capaciteit van gemeenten en ondernemers.

Vergoeding voor inzet (extra) personeel op controle CTB voor ondernemers, instellingen en verenigingen

Gemeenten en ondernemers krijgen voor deze extra taak €45 miljoen voor de periode 22 september tot en met 31 december 2021. Deze bijdrage moet helpen om de naleving van de controle op coronatoegangsbewijzen en identiteitsdocumenten te ondersteunen en makkelijker te maken. Dit geld kan worden ingezet voor bijvoorbeeld (extra) beveiligers, controleurs of hosts die ondernemers helpen bij de controle van de CTB. Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft de verdeling van het geld onlangs bekendgemaakt en via de Veiligheidsregio's beschikbaar gesteld aan gemeenten. De gemeente Velsen ontvangt maximaal €142.000,-.

Wij hebben besloten dit bedrag beschikbaar te stellen voor ondernemers, instellingen en verenigingen. Een deel van de middelen zal worden ingezet ten behoeve van extra inzet op de naleving bij sportverenigingen. Ondernemers belast met de CTB controlekunnen individueel voor een financiële vergoeding in aanmerking komen. Heeft uw bedrijf of organisatie te maken met de verplichte controle op CTB en maakt u hiervoor extra kosten? Lees dan verder. Er gelden namelijk wel wat regels.

Welke kosten worden vergoed?

Voor vergoeding komen de volgende kosten in aanmerking. Ze moeten samenhangen met de ondersteuning bij of nabij voorzieningen, die op grond van die 'Tijdelijke regeling' verplicht zijn om de coronatoegangsbewijzen te controleren en waarbij, onder omstandigheden, de toegang ontzegt mag worden. De bijdrage vergoedt kosten voor de inzet van werknemers en arbeidskrachten die coronatoegangsbewijzen controleren of de controle van coronatoegangsbewijzen bevorderen en vergemakkelijken. Denk hierbij aan de inzet van gastheren, gastvrouwen of beveiligers die de toepassing van artikel 6.30 van de 'Tijdelijke regeling' ondersteunen in concrete gevallen (compliance assistance). Alleen de kosten voor activiteiten die plaatsvinden in de periode van 22 september 2021 tot en met 31 december 2021 komen voor vergoeding in aanmerking.

Vergoedbare kosten (voorwaarden)

De volgende kosten komen voor vergoeding in aanmerking. Dit zijn kosten die door de veiligheidsregio en in overeenstemming met de veiligheidsregio door derden gemaakt worden, voor de ondersteuning van de naleving van artikel 6.30 van de 'Tijdelijke regeling':

  1. Verschuldigde loonkosten van werknemers en arbeidskrachten;
  2. verschuldigd vakantiegeld, verschuldigde pensioenafdrachten en sociale zekerheidslasten, in verband met de loonkosten, bedoeld onder 1;
  3. in geval van externe inhuur, de kosten van werving, selectie, administratie en aansturing van werknemers en arbeidskrachten;
  4. materiële kosten die de controle van het coronatoegangsbewijs en identiteitsdocument faciliteren;
  5. verschuldigde BTW, voor zover deze verschuldigd is over de kosten bedoeld onder 1 tot en met 4.

Kosten worden dus vergoed inclusief de betaalde BTW. Voor deze betaalde BTW kan geen beroep worden gedaan op het btw-compensatiefonds (zie kopje hieronder ‘Niet vergoedbare kosten’ onder punt 3).

Niet vergoedbare kosten

Voor bekostiging vanuit de bijdrage komen de volgende kosten niet in aanmerking:

  1. kosten voor verplichtingen die zijn aangegaan vóór 22 september 2021 of gemaakt worden na 31 december 2021
  2. kosten voor activiteiten waarvoor reeds een specifieke uitkering of een andere financiële bijdrage door het Rijk is verstrekt;
  3. kosten van activiteiten waarvoor op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 recht op aftrek van omzetbelasting bestaat, of recht bestaat op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds.