VELSEN - Het college van B&W van de gemeente Velsen heeft donderdagavond een moeilijk besluit moeten nemen over een gevraagde extra financiële bijdrage aan het Kunstencentrum Velsen.

Op 15 mei 2018 geeft het Kunstencentrum in een rapportage aan dat er een tijdelijke extra financieringsbehoefte is van 150.000 euro, waarover zij in gesprek zijn met een bank. Op 8 juni 2018 blijkt het probleem groter dan gedacht, er is een tekort van 350.000 euro. Na een bestuurlijk gesprek op 12 juni verzoekt het bestuur van het Kunstencentrum op woensdag 13 juni het gemeentebestuur om op zeer korte termijn een besluit te nemen over een extra financiële bijdrage. Zij geven hierbij aan dat zonder een extra bijdrage faillissement onafwendbaar lijkt. Het college heeft zich met een spoedvergadering gebogen over dit verzoek.

Het spijt het college te moeten besluiten op dit moment geen extra financiële bijdrage te leveren. Redenen hiervoor zijn dat het gemeentebestuur in 2015 al een extra impuls van 250.000 euro beschikbaar heeft gesteld voor de transitie naar een financieel en organisatorisch gezonde organisatie. Nu blijkt dat dit op onderdelen geleid lijkt te hebben tot een kansrijke toekomst, maar op andere onderdelen niet. Als totaal is het Kunstencentrum daardoor niet financieel ‘gezond’ geworden, zo concludeert ook de toezichthouder. Daarbij weegt het college ook mee dat er op dit moment onvoldoende zicht is op de financiële situatie en dus niet duidelijk is met welke bijdrage het Kunstencentrum weer gezond te maken is. Het tekort, zoals vastgesteld door zowel bestuur van het Kunstencentrum als de gemeentelijke toezichthouder, is voorlopig geraamd op 350.000 euro in december 2018.

Het college vindt de onzekere situatie erg vervelend voor cursisten, docenten en alle betrokkenen. Dit pijnlijke besluit betekent wat het college betreft niet het einde van bijvoorbeeld de gewaardeerde cultuureducatie of samenwerking met scholen. Doel voor het college is om in de komende periode te zoeken naar een voorlopige oplossing om het aanbod op het gebied van cultuureducatie te borgen en een nieuwe richting te geven, zowel nu als in de toekomst.